Voorkennis
Voordat je aan het examen kan deelnemen, moet je wel de basiskennis op orde hebben. Door eerst MC 1 t/m 3 te volgen, leer je de basis van het programmeren, de Arduino IDE en Arduino UNO en maak je kennis met verschillende componenten en sensoren. Heb je gekozen voor de leerlijn met LEGO®, dan volg je eerst MC 1 en MCL.
Doel:
Met goed gevolg het examen van het keuzedeel Programmeren van Microcontrollers maken
Examen:
Voor het examen is geen algemene casus. Je mag hiervoor zelf een leuke casus bedenken. Deze casus dien je vooraf ter goedkeuring in te dienen via de ELO (er komt een nieuwe ELO, volgt nog!) en moet je de vakdocent op de hoogte te stellen. De vakdocent beoordeelt of de casus voldoende inhoud heeft. Je maakt met de vakdocent een afspraak wanneer je de casus gaat maken. Dit kan en mag dus niet vooraf!
De werkprocessen
Het examen van het keuzedeel Programmeren van Microcontrollers bestaat uit de volgende 3 werkprocessen:
- D1-K1-W1: Bereidt de realisatie van de aansturing van apparatuur voor
- D1-K1-W2: Bouwt kleine programmeerbare elektronische schakelingen ten behoeve van de aansturing van apparatuur
- D1-K1-W3: Test de werking van de aansturing van apparatuur
De opdrachten
Elk werkproces bevat 1 of meerdere opdrachten:
- D1-K1-W1:
- Voorbereiding
- Ontwikkelomgeving
- D1-K1-W2:
- Schakeling bouwen
- Programmeren van de microcontroller
- D1-K1-W3:
- Voorbereiding testen
- Uitvoeren testen
- Doorvoeren aanpassingen
Oplevering
Tijdens de uitvoer van jouw casus hou je bij wat je gedaan hebt en film je (delen) van het proces. Op het einde film je ook een werkend eindresultaat. Uiteindelijk upload je jouw materiaal in de ELO (volgt nog!) en maak je een afspraak met de docent voor eindgesprek en beoordeling.